Bahn Mi is een broodje met buikspek en rauwkost. Het is een populair gerecht in Vietnam. Het gaat om de smaken en de textuur van het gerecht. Bij een lekkere Bahn Mi, proef je zoet, zuur en zout in iedere hap. Daarbij is het belangrijk dat de rauwkost op het laatste moment wordt gemaakt, zodat deze lekker knapperig blijft en contrast geeft met het zachte vlees.

 

Het recept is niet ingewikkeld, maar het kost tijd.

Het begint met het marineren van het vlees. Ik heb gekozen voor buikspek van het varken. Dit is 6 uur gemarineerd in sinaasappelrasp en -sap, bruine suiker, knoflookgranulaat, uienpoeder, chiliflakes, cayennepeper, zwarte peper, selderijzout, zoute ketjap, zoete ketjap, tijm, mosterdpoeder en honing. Omdat ik er een beetje zonnebloem olie aan het toegevoegd, kan het vanuit de marinade zo in de hete grillpan.

 

Terwijl het vlees marineert, maak ik het deeg, waar het vlees uiteindelijk opkomt. Ja, ik maak het brood zelf.

Het begint met 500 gram bloem met een snuf zout en 5 gram bakpoeder in de mengkom.

 

In een aparte schaal doe ik 300 ml warm water, een theelepel suiker en 7 gram instant gist. Het gist komt door het warme water 'tot leven'. Het wordt geactiveerd. Dit duurt een minuut of 10. Op de foto hieronder, zie je een bubbelt papje. Dat is de gist die in werking is gekomen.

 

Ik laat het deeg kneden in de keukenmachine met een deeghaak. Vlak voor ik het gistmengsel toevoeg aan de mengkom met de bloem, zet ik de machine op de laagste stand aan. Als het zout en bakpoeder zijn vermengd, doe ik het gistmengsel er bij.

Ik laat de machine 10 minuten draaien op de laagste stand. Ik heb gemerkt, dat hierdoor de gluten goed gaan werken en het deeg mooi soepel wordt.

 

Als het goed is, is de kom zo goed als schoon, als het deeg gekneed is. Ik doe het deeg in een schone kom, met wat bloem, om het onder plastic en een schone doek te laten rijzen. Ik laat het zo.n anderhalf uur rijzen.

 

Dan verdeel ik het deeg in 5 stukken, maak daar broodjes van en laat deze nog eens een klein uur rijzen. Na de tweede rijs, smeer ik wat melk over de broodjes, besprenkel ze met sesam- en nigellazaad en een beetje grof zeezout.

IN een voorverwarmde oven van 220 graden Celsius, bak ik de broodjes in ongeveer 20-25 minuten bruin en gaar.

Voor een beter bakresultaat doe ik een handvol ijsklontjes in de oven als het deeg er in gaat. Dit geeft wat stoom, waarmee het brood mooier bakt.

 

Nadat de broodjes zijn gebakken, maak ik een rauwkost mengsel van rettich en wortel, in een mix van witte wijnazijn, zout, zwarte peper en wat suiker. In maak er sliertjes van ongeveer 10 cm lang van, met de mandoline. Ondertussen grill ik het vlees in een hete pan. Het grillen duurt niet lang. Door de suikers in de marinade, carameliseert het vlees snel. Laat het niet verbranden!

Aan het eind van het grillen, doe ik nog wat overgebleven marinade in de pan, zodat deze mooi inkookt en een glanzend laagje op het vlees maakt.

 

Als alles klaar is, maken we het broodje klaar, door dit in de lengte open te snijden en beide helften te besmeren met een laagje mayonaise. Dan komt de knapperige licht zure rauwkost er op en vervolgens het heerlijke zachte, zoete vlees.

 

Dit alles bij elkaar is echt een geweldig gerecht voor een lunch.

 

Foto's van het maken van het brood