Een bord warm eten is een klein beetje een kunst geworden.

 

Uw redacteur is geen fan van de geprakte hap, dus ik probeer van iedere maaltijd wat speciaals te maken. Eten moet een feestje zijn en ik denk dat dit bordje een geslaagd voorbeeld is.

 

Als je eters krijgt is het makkelijk voor meerdere personen te maken. Je past gewoon de hoeveelheden aan en je maakt indruk op je vriendjes en vriendinnetjes.

 

Dikke smaken en toch niet heel erg ingewikkeld.

Wel je koppie erbij houden, want alles moet tegelijkertijd klaar zijn.

 

Het begint met het bakken van de aardappelen (krieltje in dit geval). Ik vind het makkelijk om de krieltjes even in de lengte doormidden te snijden. Dat maakt het makkelijker om ze te bakken en je hebt er meteen twee keer zoveel(!)

 

Zet een koekenpan op middelhoog vuur en verwarm deze. Ik gebruik een combinatie van olijfolie en roomboter om de aardappelen in te bakken. De boter voor de smaak en de olie om de boter niet te laten verbranden.

Als de olie warm is en de boter gesmolten, kunnen de krieltjes er bij. Kruid de krieltjes direct met zout en vers gemalen zwarte peper. Dit helpt met de smaak aan het eind van het gerecht. Ik bak de krieltjes op mijn gemak even lekker aan.

Dit duurt zo'n minuut of 10. De krieltjes kleuren niet of nauwelijks in deze tijd. De krieltjes schud ik af en toe om, zodat ze gelijkmatig gaar worden.

 

Tijdens het bakken van de krieltjes, verwarm ik een glas witte wijn (niet te zoet) in een steelpan en breng deze aan de kok. Ook hierbij doe ik gelijk wat verse gemalen zwarte peper en wat zout. Als de wijn begint te komen, doe ik er 200 ml room bij. Geen kookroom, of ander lightproduct, maar gewoon lekker echte, volvette room.

Als de room er in gaat, voeg ik een theelepel knoflookgranulaat, een theelepel gerookte paprikapoeder en een theelepel gedroogd tijm toe. Omdat ik van een wat dikkere (of lobbige) saus houdt, moet de saus inkoken. Hierbij moeten we opletten, dat de saus niet te ver inkookt. Liever hou je de saus wat te dun.

 

Als het goed is staan de krieltjes nu een minuut of vijf te bakken en bubbelt de roomsaus rustig.

 

Tijd om te starten met de boontjes. Voor dit boordje eten, heb ik dievriesboontjes gebruikt. Daar is niets mis mee.

Ik begin met het fruiten van een gesnipperd uitje en een beetje verse knoflook in een klein koekenpannetje.

Als het uitje zacht is, kunnen de boontjes er bij. Recht uit de vriezer, zo in de pan.

Even omscheppen en laat maar even bakken. Na een minuutje of drie, gaat er een glas water bij en een klontje roomboter.

Als het goed is, verdampt het water tijdens de resttijd van de bereiding en hou je mooie groene boontjes over, met de lekkere smakelijke uitjes.

 

Tijdens het verdampen van het water in de boontjes, kunnen de varkenshaasjes worden gebakken. Op redelijk hoog vuur en net als de krieltjes in een mengsel van boter en olijfolie. Nu even opletten asjeblieft.

De gorgonzola moet in de saus en de krieltjes moeten nu op hoog vuur worden afgebakken om ze mooi goudbruin te krijgen. Laat de kaas smelten in de hete roomsaus en schep de krieltjes regelmatig om.

 

Bak de varkenshaasjes mooi goudbruin en niet te gaar.

Roer in de saus en schep de krieltjes nog eens om, schud de boontjes om in de pan en zet de borden klaar.

Kruid de krieltjes af met nog wat knoflookgranulaat, versgemalen zwarte peper en zout naar smaak.

Als de krieltjes en de varkenshaasjes gaar en mooi  gekleurd zijn, kan het vuur uit.

Als de boontjes beetgaar zijn, kunnen ze ook van het vuur.

 

Als de saus te dun is, kan je nog een beetje af binden met een beetje maizena.

 

Serveer de krieltjes, de boontjes en de varkenshaas op een bord en schep wat van de gorgonzolasaus over het vlees.

Doe de rest van de saus in een kommetje voor de liefhebber.